De Europese Commissie rekent in haar analyse drie scenario’s door, met elk een ander ambitieniveau en gevolgen voor verschillende sectoren. Daarbij wordt ook gekeken naar de rol van fossiele energie in de Europese economie. Eickhout: “De Commissie onderschrijft dat een einde aan fossiel goedkoper is en beter voor de Europese onafhankelijkheid, maar stelt vervolgens geen harde uitfaseerdatum, zelfs niet voor de energiesector. Er wordt weer gegrepen naar een toverformule om de ambitie te halen: het afvangen en opslaan (CCS) van CO2. Zoals Hoekstra zelf al tijdens de klimaattop in december zei: ‘we kunnen ons niet uit dit probleem CCS-en’. Toch wordt dit nu ingezet als een toverformule om het doel te halen, terwijl het vooral uitstel is voor sectoren waar al bewezen fossielvrije technologieën voorhanden zijn.”
Door de boerenprotesten is de Commissie angstig geworden en zijn alle specifieke verwijzingen naar doelen voor de landbouw uit de tekst gehaald, waar eerder nog werd gesproken over 30% reductie. De landbouw krijgt dus meer tijd, waardoor andere sectoren sneller moeten verduurzamen. Eickhout: “De landbouw wordt door de Commissie weer ontzien, maar zelfs slappe doelen gaan we met de huidige inzet niet halen. Het is heel simpel: de weg naar klimaatneutraliteit is niet te verenigen met de huidige landbouw. In plaats van de sector ontzien, moeten we duidelijkheid geven hoe boeren in een fundamenteel andere toekomst zekerheid krijgen en een goede boterham kunnen verdienen. Daarbij hoort ook een andere inzet van Europese subsidies en stevige wetgeving die de hele keten, van de agro-industrie tot supermarkten, moet aanpakken.”
Wat verder opvalt, is de enorme investering die nodig is om de doelen te halen. Onafhankelijk van het ambitieniveau is er in elk scenario jaarlijks zo’n 1.500 miljard aan groene investeringen nodig tot 2050. Eickhout: “Zowel China als de Verenigde Staten weten dat we verwikkeld zijn in een economische race om groene technologie. Voor onze klimaatagenda, maar ook onze onafhankelijkheid en economische toekomst, is het cruciaal dat Europa zich serieus mengt in deze strijd. Er zal nieuw Europees geld moeten komen voor deze agenda. Tot nog toe verkoopt het Nederlandse kabinet hier een harde ‘nee’. Als het dat blijft doen, is dat niet alleen naïef, maar zet het een competitieve Europese én Nederlandse economie op het spel.”
Nu de analyse van de Commissie er ligt is het wachten op een nieuw wetsvoorstel waarin het 2040-doel daadwerkelijk vorm krijgt. Waarschijnlijk zal dit een van de eerste strijdpunten worden van de nieuwe Commissie die aantreedt na de Europese verkiezingen.