Veel mensen - en vooral jongeren - lijden onder de dreiging van klimaatverandering. Een toekomst met extreem weer. Met droogte en daardoor honger en grote vluchtelingenstromen. Een toekomst waarin steeds meer diersoorten uitsterven en iconische ecosystemen, zoals de koraalriffen en kwetsbare regenwouden verdwijnen.

Maar ook nu al worden we wereldwijd geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. Kijk naar Pakistan. Naar de droogte en hongersnoden in de Hoorn van Afrika. Het gaat gruwelijk mis. En de klimaatactie die nodig is blijft uit.

Jongeren lijden onder machteloosheid: de machthebbers van nu - in de overheid en het bedrijfsleven - verpesten hun toekomst. En in die machteloosheid ga je op zoek naar manieren om je stem te laten horen.

Activisme. Protesten. Burgerlijke ongehoorzaamheid. Er is geen grote maatschappelijke verandering geweest zonder mensen die opstonden tegen onrecht. Rosa Parks. Mahatma Ghandi. De Chipko beweging. Allemaal bewegingen die tegen de bestaande machten en krachten in verzet kwamen. Maatschappelijke verandering afdwongen, de op dat moment geldende normen en waarden veranderden, wat vervolgens in de wet verankerd werd. Wetten zijn immers gestolde normen en waarden.

In een gezonde democratie is er ruimte voor vreedzaam verzet. En die ruimte moet er ook zijn op het moment dat je het doel misschien niet onderschrijft. De kern is vreedzaam, geweldloos en met open vizier. Geen geweld, vandalisme en intimidatie.

Een van de mooiste acties waar ik zelf ooit bij betrokken was, speelde in het regenwoud op Sumatra. Jonge Indonesische activisten ketenden zich vast aan de bulldozers die klaar stonden om het bos te verwoesten voor een palmolieplantage. Ontbossing die weliswaar legaal was, maar indruisten tegen de mondiale noodzaak om klimaat en natuur te beschermen.

“Wanneer door de wetgever de kracht van wederzijdse beloften wordt gebroken, wanneer onrecht wordt vermenigvuldigd in plaats van verminderd, mogen burgers hiertegen in opstand komen”, schreef CDA-er Jan Prij in een mooi essay over Hannah Arendts’s visie op burgerlijke ongehoorzaamheid.

En die beloften - zoals vastgelegd in onze grondwet - worden gebroken. De overheid heeft een zorgplicht vastgelegd in artikel 21. En het gebrek aan serieus klimaatbeleid staat haaks op die zorgplicht. Jongeren wereldwijd voelen zich in de steek gelaten door de leiders die nu moeten opkomen voor hun toekomst.

De maatschappelijke discussie gaat nu over de vraag of en welke acties legitiem en effectief zijn. Cultureel erfgoed is immers niet de vijand in de klimaatcrisis. Kunst is zo kwetsbaar, en iedereen met liefde voor kunst en cultuur houdt z’n hart vast dat dit een keer mis gaat. Maar tegelijkertijd is het veel te makkelijk om die activisten zo maar weg te zetten. Door te blijven discussiëren over het middel verstomt de inhoud. De klimaatboodschap van deze organisaties zou juist op elke voorpagina moeten staan.