Aanleiding van dit wetsvoorstel over toezicht op particuliere jeugdinternaten, waren zorgen over specifieke Turks-Nederlandse internaten. Senator Frits Lintmeijer zegt namens de Eerste Kamerfractie dat wetten, inclusief deze, geen gelegenheidwetgeving mogen zijn en niet mogen leiden tot inperking van de religieuze of levensbeschouwelijke vrijheid. Hij ziet wettelijk toezicht vooral als stok achter de deur voor situaties waarin vrijwillige bereidheid tot toezicht ontbreekt of signalen van zorgelijke situaties aanwezig zijn.
Lintmeijer wil van de minister weten welke specifieke onderwerpen onderworpen zijn aan het toezicht in de jeugdinternaten. Bovendien wil hij van de minister weten op welke andere groepen van internaten de werking van deze wet van toepassing kan zijn, om te voorkomen dat deze wet juist wel op gelegenheidswetgeving lijkt.
Het wetsvoorstel is op 9 februari met algemene stemmen aanvaard door de Eerste Kamer.