Dit jaar ben ik hoofd van de delegatie voor het Europees Parlement. Komende week deel ik de laatste ontwikkelingen tijdens deze top, mijn verwachtingen en inzet voor de onderhandelingen. In deze eerste update een korte terugblik op afgelopen week en een vooruitblik op aankomende week. Waar gaat deze klimaattop nu echt om?

Een jaar geleden, op de klimaattop in Glasgow, werd geconcludeerd dat de wereld nog steeds streeft naar maximaal 1,5 graden opwarming, om zo de klimaatschade minimaal te houden. Om het trage VN-proces te versnellen werd landen gevraagd met een nieuw klimaatdoel te komen, om zo de 1,5-graadambitie binnen handbereik te houden. Dit is helaas nauwelijks gebeurd. Australië is het enige land dat in het afgelopen jaar met serieuze nieuwe klimaatdoelen is gekomen. Dat wereldwijd de klimaatactie tekortschiet blijkt wel: vorige maand concludeerde de VN dat we met alle opgetelde klimaatdoelen afstevenen op 2,5 graden opwarming.

Egypte zou dus hét moment moeten zijn voor meer ambitie, maar dat is het tot nog toe niet. Alleen Mexico kwam afgelopen week met een nieuw klimaatdoel en Turkije komt daar waarschijnlijk deze week nog mee. De politieke druk en wil ontbreekt. In plaats daarvan zal het vooral vechten worden om de ambities van Glasgow te behouden en daarmee ook dit jaar de 1,5 graden als uitgangspunt in de conclusies te krijgen. In het midden van geopolitieke onrust en hoge energie- en voedselprijzen is het vertrouwen in elkaar lager, waardoor het nog harder werken is om tot een ambitieuze uitkomst te komen.

Europa heeft hier een centrale rol. De EU moet zich aan de ene kant hard moeten opstellen en duidelijk maken dat het niet akkoord gaat met een tekst die de 1,5 graden uit het oog verliest. Aan de andere kant moeten bruggen gebouwd worden om ook andere landen mee te krijgen in deze ambitie. En zo belanden we aan bij het agendapunt waar deze Afrikaanse klimaattop om draait: financiering van klimaatactie.

Het leeuwendeel van de klimaatverandering wordt namelijk veroorzaakt door de geïndustrialiseerde landen (G20 is gezamenlijk verantwoordelijk voor zo’n 80% van de CO2-uitstoot), terwijl ontwikkelingslanden het eerst én het hardst geraakt zullen worden door de klimaatcrisis. Dat is nu al merkbaar, denk bijvoorbeeld aan de enorme overstromingen in Pakistan en Nigeria. De rijkste landen hebben daarom beloofd om tot 2025 jaarlijks 100 miljard dollar klimaatfinanciering ter beschikbaar te stellen. Om zo de uitstoot van broeikasgassen naar beneden te krijgen en ontwikkelingslanden aan te passen aan klimaatverandering. Die belofte is tot op heden niet nagekomen, ook is er geen toezegging voor na 2025. Het zijn vooral leningen geweest, waardoor ontwikkelingslanden zijn opgezadeld met hoge schulden. Daar is belangrijk werk te verrichten.

Dit brengt me op het belangrijkste punt waar deze klimaattop om draait: financiering van klimaatschade, zogenaamde ‘Loss and Damage’. Tot op heden willen de landen met het meeste geld niks weten van het vergoeden van klimaatschade. Al jaren wordt hier over gepraat, maar concrete uitkomsten blijven uit, of ze gaan vooral over private initiatieven zoals verzekeringen.

Ontwikkelingslanden zijn dit jaar duidelijk: ze gaan dit jaar alleen akkoord met de eindtekst van de top als er een duidelijke toezeggingen zijn van rijke landen om financiering beschikbaar te gaan stellen. Met name Europa moeten hierop bewegen om ontwikkelingslanden mee krijgen en een coalitie met Afrika te bouwen. Alleen met deze stap komt de weg vrij om de klimaatambitie verder te verhogen en de uitstoot daadwerkelijk naar beneden te krijgen.

Helaas is deze brug nog niet geslagen en maken onderhandelaars op dit moment weinig progressie. Het is daarom een geweldige puzzel die het Egyptisch voorzitterschap in de komende dagen moet leggen. Naar verwachting komt de voorzitter daarom vandaag met een eerste concepttekst. Een belangrijk moment: voor een ambitieuze deal aan het eind van de week, moet daar al meteen een stevige toon in worden aangeslagen. Cruciaal is ook de G20-top op Bali (15 en 16 november). Hier kunnen de leiders van de grootste wereldeconomieën de klimaattop een duw in de goede richting geven, of de ambitie de nek omdraaien. Een spannende week is daarom verzekerd.